Wilde rode bosbes

De rode bessen worden ook vossenbessen genoemd en zijn nauw verwant aan de veel bekendere blauwe bessen. De bessen zijn zeer geliefd door vossen, waaraan ze hun naam dan ook te danken hebben. Je vindt de bessen voornamelijk in de keukens van Noord- en Oost-Europese landen. De rode bessen hebben een wrange, zure smaak, die veroorzaakt wordt door het hoge gehalte fruitzuren in de bes. Hierdoor worden de bessen meestal verder verwerkt in bijvoorbeeld jam of in sappen. We leggen uit wat er zo gezond is aan deze bosbes.

Wat maakt deze bessen zo gezond?

De rode bessen zijn een goede bron van vitamine C en bevatten ook een mooie hoeveelheid vezels.

Waar is de rode bes goed voor?

Vitamine C is betrokken bij veel verschillende belangrijke functies in je lichaam. We zetten ze voor je op een rij.

Vitamine C ondersteunt je immuunsysteem.
Vitamine C helpt je lichaam beschermen tegen oxidatieve schade.
Vitamine C verzorgt de huid van binnenuit.
Vitamine C is belangrijk voor je bloedvaten.
Vitamine C verhoogt de opname van ijzer uit je voeding.
Vitamine C bevordert je energiestofwisseling.
Vitamine C helpt bij vermoeidheid.
Vitamine C is goed voor je gemoedstoestand.
Vitamine C helpt je botten sterk te houden.

Waarom gebruiken wij rode bosbessen?

Wij gebruiken wilde rode bessen voor het hoge vitamine C gehalte. Daarnaast geven ze onze sappen een heerlijke frisse smaak. Doordat de bessen in het wild groeien, rijpen ze beter dan wanneer ze gekweekt worden. Zo komt niet alleen de smaak beter tot zijn recht, de gezonde stoffen in de bosbes ook.